Na de Bevrijding

Op 03 oktober 1944 vaardigde de Geallieerde opperbevelhebber Generaal EISENHOWER een DAGORDE uit gericht aan de officieren en manschappen van ALLE Belgische weerstands-organisaties waarbij hij hen aanzette de wapens in te leveren en de strijd tegen de vijand voort te zetten als lid van een nieuw regelmatig Belgisch leger.

Op 10 oktober 1944 stuurde generaal PIRE, bevelhebber van het Geheim Leger een proclamatie aan zijn troepen waarbij hij de demobilisatie van het GL aankondigde.

De demobilisatie zou op 15 oktober 1944 effectief ingaan.

Sommige eenheden die samen met de Geallieerden nog aan gevechten deelnamen zouden pas enkele weken later gedemobiliseerd worden.

ALLE wapens dienden ingeleverd te worden.

Talrijke gewezen GL-leden meldden zich daarop aan als oorlogsvrijwilliger bij nieuw gevormde Belgische eenheden; de anderen namen terug hun burgeractiviteiten waar.

Praktisch ALLE GL-Zones, Sectoren, Schuiloorden en Groepen richtten toen VERBROEDERINGEN op als V.Z.W. teneinde de kameraadschap en de belangen van de gewezen weerstanders in de toekomst te behartigen.

Tevens werd een Sociale Dienst op 17 oktober 1944 opgericht waarvan de statuten op 03 maart 1945 in Nr.357 van het Belgisch Staatsblad gepubliceerd werden.

Op 14 maart 1948 werden tijdens de stichtingsvergadering de statuten van de UNIE DER VERBROEDERINGEN van het GEHEIM LEGER die de Verbroederingen overkoepelt goedgekeurd en in het Staatsblad Nr.2130 van 10 september 1949 gepubliceerd.

Het tijdschrift “PYGMALION” (schuilnaam van generaal Pire tijdens de oorlog) zou het contact onder de leden verder blijven onderhouden.

Naast tussenkomst of steunverlening aan gewezen weerstanders van het Geheim Leger en hun naastbestaanden door de Sociale Dienst van het Geheim Leger organiseerde men jaarlijks, en afwisselend zowel in Vlaanderen als in Wallonie, een grote nationale bijeenkomst met defilé en feestmaaltijd.

Dit gebeurde meestal ter gelegenheid van plaatselijke bevrijdingsfeesten in de maand september.

Daarbij waren talrijke leden van de verschillende Verbroederingen steeds present op de 11 november, 15 november,en 8 mei- vieringen en werd ook de laatste eer bewezen aan overleden strijdmakkers.

Op datum van 17 november 1957 werd in aanwezigheid van Z.M. Koning Boudewijn op de Grote Zavel te Brussel een monument ter nagedachtenis aan de 13 kolonels, die in de rangen van het Geheim Leger tijdens de oorlog 1940-45 omkwamen, ingehuldigd. Dit monument werd in 1987 gedemonteerd en verplaatst naar de Square Frère Orban (in het park rechtover het gebouw van de Raad van State). Sinsdien werd het uitgeroepen tot Nationaal Monument van het Geheim Leger ter nagedachtenis aan ALLE tijdens de oorlog omgekomen 4.000 leden van het Geheim Leger.

Bij gelegenheid van de 50ste verjaring van de landing in Normandië en het in actie komen van het Geheim Leger werd besloten een laatste grote “Nationale Geheim-Leger-dag” te houden op de grote markt te Brussel.

Meer dan 700 gewezen weerstanders, weduwen, wezen en sympathisanten kwamen te Brussel bijeen op 04 juni 1994.

Naast de vertegenwoordiger van de Koning waren talrijke militaire, burgerlijke en geestelijke autoriteiten op deze plechtigheid -die voorafgegaan werd door een plechtige mis in de kathedraal- aanwezig en schouwden de fiere weerstanders die nog eenmaal allen samen defileerden alvorens aan te zitten aan het korpsmaaltijd dat daarna nog gevolgd werd door een hulde aan de onbekende soldaat en aan het G.L-monument door de leden van de Raad van bestuur en de vaandels.

Eind 2002 wordt de K.U.V.G.L. (ondertussen “Koninklijk” geworden) vrijwillig ontbonden, terwijl de Verbroederingen die nog in staat zijn hun activiteiten verder te zetten blijven voortbestaan.

De KUVGL wordt opgevolgd door de “STICHTING GEHEIM LEGER” die de belangen van de gewezen leden van het Geheim Leger verder zal blijven verdedigen.

(Statuten verschenen in het Belgisch Staatsblad van 18/07/2002 onder Nr.13682/2002).

Waren achtereenvolgens nationale voorzitter van de (K)UVGL:

  • vanaf de stichting in 1949 tot zijn overlijden op 10 november 1949: Ere-Reserve-Generaal-Majoor Robert LENTZ
  • van november 1949 tot 1952: een niet bij naam gekende interim-voorzitter
  • van 1952 tot 1969: Dokter Georges ANDRE
  • van 1969 tot 1989: Professor Eduard FRANCKX
  • van 1989 tot 1999: De Heer René EYLENBOSCH
  • van 1999 tot aan de ontbinding: Ere-Kolonel SBH Gui(do) VAN POUCKE.

Op zondag 28 april 2002 werd een laatste hulde gebracht aan het Nationaal monument van het Geheim Leger in aanwezigheid van een Vertegenwoordiger van de Koning en in aanwezigheid van de Minister van Defensie, tevens Minister van Oud-Strijders, FLAHAUT.

Een allerlaatste receptie werd op 25 november 2002 in aanwezigheid van talrijke leden en genodigden georganiseerd in het Koninklijk Museum van het Leger en van de Krijgsgeschiedenis te Brussel dat instaat om de memorie van het Geheim Leger voor het nageslacht te bestendigen.